Het ministerie van Aarde Mens & Winst

tekst Inez van Goor

www.praxisbulletin.nl, jaargang 28, nummer 5

afdeling Mens (groep 4-5)

Inleiding

De middenbouw (hier is uitgegaan van groep 4 en 5) gaat met de werkterm "Mensen" aan de slag. Gekozen is voor het thema "respect". Hieronder verstaan we zowel respect voor jezelf als respect voor de ander. Het koffertje voor de kinderen wordt met spullen gevuld die hiermee te maken hebben en als leidraad voor de hier beschreven lessen gebruikt kunnen worden.

Inhoud van "het koffertje"

Oriëntatie

Het is belangrijk dat de kinderen eerst zelf na gaan denken over wat de term "respect" allemaal bij hen oproept. De leerkracht haalt hiertoe eerst de geplastificeerde kaartjes met daarop de vraag: "Wat is "respect"?" uit de koffer. Er kan voor gekozen worden om dit klassikaal met de kinderen te bespreken, bijvoorbeeld in vorm van een kringgesprek. De antwoorden van de kinderen worden dan op een vel papier geschreven. Een andere werkvorm zou kunnen zijn om de kinderen in groepjes over deze vraag na te laten denken. Ze schrijven dan zelf, per groepje, hun antwoorden op een vel papier. De leerkracht loopt in dit geval rond om te luisteren en daar waar nodig vragen te stellen. Na een tijdje worden de antwoorden door de groepjes aan de klas gepresenteerd en met elkaar vergeleken.

De vraag "Waarom is respect belangrijk?" op de achterzijde van het kaartje kan hierna op dezelfde manier met de kinderen besproken worden.

De antwoorden die vanuit de kinderen op papier zijn gekomen kunnen later voor de eindpresentatie gebruikt worden.

Respect voor jezelf- lessuggesties

Respect voor anderen begint altijd bij respect voor jezelf. De leerkracht kan aan de kinderen vragen waarom respect begint bij respect voor jezelf en waarom dit belangrijk is. Of hier zelf iets over vertellen. Als het vanuit de kinderen komt stuurt de leerkracht zo nodig met vragen bij zodat het uiteindelijk duidelijk voor ze is dat als kinderen leren dat ze uniek mogen zijn ze ook kunnen accepteren dat iedereen anders is. Dat kinderen die zich uniek mogen voelen zich eerder als leider ontpoppen dan als volgzaam schaap. Ze leren namelijk: ik hoef niet mee te hollen met de massa, ik kan zelf ook een voorbeeld zijn.

Het complimentendoosje uit de koffer is bedoeld om ze dit te laten ervaren. Iedere dag wordt een lootje met daarop de naam van een leerling uit de groep getrokken. Iedereen schrijft die dag een compliment op voor deze leerling. Deze complimenten kunnen dan (aan het eind van de dag) door de leerkracht voorgelezen worden.

Als de kinderen het moeilijk blijken te vinden om iets te verzinnen kan ervoor gekozen worden om een gesprekje met ze te houden over het geven van complimenten. Dat je bijvoorbeeld een compliment kan geven over hoe iemand eruit ziet of waar diegene volgens jou goed in is. Of hoe iemand zich gedraagt.

Een rollenspel kan dit nog verder verduidelijken. De leerkracht vraagt hiervoor een kind voor de klas die een mooi compliment voor iemand in de groep in zijn hoofd heeft (de "gever"). Het kind voor wie het compliment bedoeld is wordt uitgenodigd om dit compliment in ontvangst te nemen (de "ontvanger"). Als de gever en de ontvanger weer zitten vraagt de leerkracht aan de kinderen of ze hebben gezien wat dit compliment met beiden deed: wat was de reactie op het geven en krijgen van het compliment?

Op een indirecte manier kan de leerkracht ook helpen om het makkelijker te maken voor kinderen om complimenten te leren bedenken door ook zelf een (nieuw/ander) compliment toe te voegen aan het doosje. En door zich tijdens het project extra bewust te richten op het positieve van de kinderen en ze daar in de klas voor te complimenteren.

De mooiste en/of meest ontroerende complimenten kunnen aan het einde van het project gepresenteerd worden.

In dit kader kan een idee ook zijn om alle kinderen in de klas een aantal vragen over zichzelf in te laten vullen om meer zicht op en respect voor zichzelf en elkaar te krijgen. Voorbeelden van vragen zouden kunnen zijn:

De vragenlijsten kunnen gebundeld worden, al dan niet voorzien van een bijbehorende tekening. Dit boekje kan dan door de klas rouleren.

Respect voor anderen - lessuggesties

Respect voor anderen is respect voor "anders". Anders kan je niet altijd zien, het kan ook van binnen zitten. Je kunt je anders "voelen" dan anderen.

Eerst wordt in de groep gevraagd wie vindt of denkt dat hijzelf anders is en waarom. Het hangt van het verschil in samenstelling van de groep af en van de openheid van de leerlingen welke vormen van anders zijn in dit gesprek al aan bod komen. Als er bijvoorbeeld kinderen uit een ander land in de klas zitten is het leuk om ze te laten vertellen wat daar anders is dan hier, ook met betrekking tot de omgang met elkaar en het tonen van respect.

In de koffer zitten foto's van mensen met een andere huidskleur/uit een ander land die gebruikt kunnen worden om het gesprek te stimuleren of in een andere/nieuwe richting te sturen. De foto's kunnen klassikaal, maar ook in groepjes besproken worden. De voorbeelden uit de groep zelf en/of de foto's zijn bedoeld als "ontdekkingsreis van het andere" voor de kinderen.

Het is goed mogelijk dat er door sommige kinderen gelachen wordt als reactie op de foto's, bijvoorbeeld om de kleding die de mensen dragen. De leerkracht is hier uiteraard zeer alert op en gebruikt dit als kans om over "elkaar uitlachen" te praten. Als dit niet vanzelf aan bod komt kan de leerkracht dit onderwerp even aanroeren.

De leerkracht benadrukt ook zoveel mogelijk het positieve van het "andere" wat aan bod komt. Bijvoorbeeld: veel topsporters en goede rappers zijn zwart, veel allochtonen kunnen heel ander lekker eten maken, kinderen met een stoornis beschikken vaak over zeer uitgesproken talenten, enz.

Ook het onderwerp "slavernij" kan hier spontaan of gestuurd aan bod komen en eventueel nader onderzocht worden door de kinderen. Het Internet en/of boeken (ook informatieboeken uit bijvoorbeeld de Juniores of een geschiedenisboek) kunnen hierbij van dienst zijn.

De kinderen die zich anders voelen kunnen, als ze dit leuk vinden, iets maken (bijvoorbeeld cultuurspecifiek eten of een tekening/schilderij)of tonen (bijvoorbeeld een dans, rap, enz.) voor de tentoonstelling of presentatie.

De leerkracht stuurt toe naar het besef dat we eigenlijk helemaal niet zo anders zijn als we denken, of soms op het eerste gezicht lijken. Dat we diep van binnen allemaal hetzelfde willen: respect. Anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden.

Hierop aansluitend maar eventueel ook los hiervan (bijvoorbeeld als begin/uitgangspositie van de lessen "respect voor de ander") kan aan de kinderen de vraag gesteld worden hoe ze eigenlijk zelf behandeld willen worden. Ze kunnen dit ieder voor zichzelf op een blaadje schrijven. Een aantal kinderen kan het voordragen. De leerkracht inventariseert uiteindelijk welke punten genoemd worden (veel zal immers overeenkomen). Deze punten kunnen op een groot vel papier geschreven worden en voor de tentoonstelling/presentatie gebruikt worden. Ze kunnen ook goed omgebogen worden naar de vraag: hoe tonen wij in de klas respect voor elkaar? Hoe doen we dit nu al en wat zouden we misschien nog meer, of beter kunnen doen?

Afhankelijk van de samenstelling van de groep en wat er in de groep eerder in het jaar al besproken is kan er ook voor gekozen worden om aan de foto's van mensen met een andere godsdienst op een andere, intensievere manier aandacht te schenken.

In dit geval zitten er in elk geval vijf foto's in de koffer: van het christendom, de Islam, het hindoeïsme, het jodendom en het boeddhisme. Dit zijn de vijf wereldgodsdiensten. De groep wordt in vijf groepjes verdeeld en ieder groepje krijgt een foto. Nadat bepaald is over welke godsdienst het hier gaat, kunnen de kinderen zelf op onderzoek gaan om kennis over deze godsdienst te vergaren. Dit kan met behulp van informatieve boeken die al op school aanwezig zijn, of voor deze les door de leerkracht bij de bibliotheek zijn geleend. Of/en de kinderen kunnen op het Internet naar informatie zoeken.

Ieder groepje schrijft de gevonden informatie op en presenteert deze later aan de groep. Het is belangrijk dat bij iedere godsdienst een koppeling naar de kinderen plaatsvindt: zijn er kinderen met deze godsdienst in de groep? Kunnen zij er (nog) meer over vertellen, uit eigen ervaring? Ook kan gevraagd worden tot welke godsdienst de kinderen zich het meeste aangetrokken voelen: welke gedachten, gebruiken en tradities spreken hen wel, of juist niet aan. Wanneer er een discussie over de verschillen ontstaat, is het belangrijk dat de leerkracht bij iedere mening benadrukt dat verschillende meningen mogelijk zijn. Dat juist ook daarom die verschillende godsdiensten bestaan. En dat het belangrijk is om daar respect voor te hebben, dat iedereen recht heeft op zijn eigen ideeën hierover, zolang die de ander maar niet probeert zijn mening op te dringen.

Een leuke manier om naderhand te testen wat de kinderen nu van de verschillende godsdiensten weten is de wereldreligietest van IKON-jongerensite Krux. De quiz, met de toepasselijke titel "Goedgelovig", bestaat steeds uit tien vragen over de verschillen tussen de vijf godsdiensten. Je kunt zelf instellen welke van de vijf je mee laat doen. Een tip hierbij is om de kinderen er (evt. per groepje) twee (tot wie ze zich het meest aangetrokken voelen) uit te laten kiezen, omdat het anders wel wat ingewikkeld kan worden.

Zie: krux2.ikon.nl

Het is mogelijk om de kinderen per groepje hun bevindingen op een groot vel papier schrijven, en daarbij foto's/afbeeldingen (van het Internet) plakken, of tekeningen maken. Deze kunnen dan voor de tentoonstelling/presentatie gebruikt worden.

In de koffer zit ook een foto/afbeelding van een jong en een oud iemand. De leerkracht stelt hierbij de vraag: hoe toon je respect voor een ouder iemand? In hoeverre verschillen deze omgangregels met die van een jonger iemand? Bijvoorbeeld: hoe spreek je iemand aan (met je of u), zeg je "hoi" of "goedendag", wat doe je als ze een volle bus/tram/trein binnenkomen, enz. En waarom doe je dat, (waarom) is het belangrijk? En wat zouden oude mensen hier zelf eigenlijk van vinden?

Om hier achter te komen kan een vragenlijst opgesteld worden die de kinderen aan hun opa('s) en/of oma('s) uitdelen en die later geïnventariseerd wordt. Deze inventarisatielijst kan weer voor de presentatie/tentoonstelling gebruikt worden. Mogelijk kan deze lijst daar afgezet worden tegen wat de kinderen hier nu van vinden. Welke regels vinden ze nog belangrijk om aan te houden? Welke niet (meer)? Hierover kan met de kinderen gesproken worden n.a.v. de vragenlijsten/inventarisatielijst. De kinderen die dit leuk vinden zouden er misschien een toneelstukje over kunnen maken.

Indien mogelijk wordt er ook een opa of oma uitgenodigd om te komen vertellen over het verschil in (tonen van) respect van de mensen van vroeger en nu naar oudere mensen toe en/of in het algemeen.

De leerkracht stuurt indien nodig zo dat de kinderen vooral ook een algemeen idee hebben over het tonen van respect. Dat je dit kunt laten zien in je houding, in gedrag en door je woordgebruik. Deze aspecten kunnen in het toneelstukje naar voren komen.

Een idee is ook om aan de kinderen een film te tonen over hoe het er vroeger aan toeging op een school.

Er kan ook voor gekozen worden om alle foto's uit de koffer per categorie (huidskleur, godsdienst, oude mensen) over de groep te verdelen. Ieder groepje kan zich nu over een categorie buigen met de vraag of en waarom ze denken dat deze foto iets met het thema "respect" te maken heeft. Door met elkaar hierover te praten en op onderzoek te gaan (boeken, Internet) kunnen ze hier verder op ingaan. Ook in dit geval zetten ze hun bevindingen op papier.

De (kranten-)berichtjes in de koffer kunnen gebruikt worden om gezamenlijk, of eerst in groepjes, over grenzen te praten. Wat kan (nog, of juist) wel (is respectvol), en wat kan écht niet (is respectloos)? Kinderen zullen vast ook met eigen voorbeelden komen, of de leerkracht kan dit stimuleren met vragen als: zien jullie wel eens dingen op straat of bij anderen thuis (enz.) waarvan jullie vinden dat het echt te ver gaat? Ze kunnen ook leiden tot nader onderzoek van de kinderen, bijvoorbeeld met behulp van de kranten die ook in de koffer zitten. Eventueel kunnen ze ook meteen zelf aan de slag om op zoek te gaan naar voorbeelden van respectvol of juist respectloos gedrag. Wel is het dan belangrijk om eerst ook ruimte te bieden aan eigen ervaringen met respectvol en/of respectloos gedrag.

De gevonden voorbeelden (artikelen en/of foto's) kunnen over twee grote vellen papier verdeeld worden. Op het een komen de voorbeelden van respectvol, op het andere van respectloos gedrag. Deze kunnen weer op de tentoonstelling/presentatie gebruikt worden.

Ze kunnen ook aanleiding vormen voor een discussie.

Een leuke manier om erachter te komen hoe anderen vinden dat het momenteel met het hebben van respect voor elkaar gesteld is, is door ze te interviewen.

Hierbij kan gekozen worden voor het interviewen van mensen binnen de school, bijvoorbeeld leerlingen, leerkrachten en eventueel ander personeel (conciërge, klassenassistent, gymleerkracht), de directeur, enz. Mogelijk worden ook mensen van buiten de school geïnterviewd, zoals dit ook bij de opa's en oma's gebeurde. Bijvoorbeeld ouders van allochtone leerlingen: hoe denken zij hierover? Allerhande keuzes of combinaties zijn hier natuurlijk mogelijk, waarbij steeds wordt gekeken wat gezien de leeftijd van de kinderen mogelijk en verantwoord is.

Ideeën voor vragen kunnen bijvoorbeeld zijn:

Deze vragen kunnen ook gebruikt worden voor de interviews/vragenlijsten voor opa's/oma's.

Voorafgaand kan met de kinderen kort besproken worden wat een interview is en kan eventueel in paren geoefend worden voor ze "echt" gaan interviewen.

Mocht er een camera op school aanwezig zijn, dan is het natuurlijk heel leuk om wat interviews te filmen. Deze filmpjes kunnen ook voor de presentatie gebruikt worden.

Hierboven werd ook de gymleerkracht genoemd als persoon om mogelijk te interviewen. Omdat je vaak ook respectloos gedrag op het sportveld ziet zou hier in dit verband wat extra aandacht aan besteed kunnen worden als de kinderen hier zelf al niet mee komen. De foto's/afbeeldingen van respectloos gedrag bij sporten uit het rugzakje kunnen hiervoor gebruikt worden.

De kinderen zouden ook vragen op kunnen stellen voor hun eigen sportleerkracht, als ze bij een sportclub zitten en de antwoorden na het interview mee naar school kunnen nemen om hier samen over te praten. De vragen kunnen dan wat specifieker zijn, bijvoorbeeld:

In plaats van een interview kan er natuurlijk ook voor gekozen worden om de vragenlijst gewoon te laten invullen. De kinderen kunnen hier eventueel zelf een keuze in maken.

Met behulp van bovenstaande lessuggesties en door de kinderen zelf ingebrachte ideeën (hier ruimt de leerkracht uiteraard altijd tijd voor in, als het zich voordoet dat een kind zelf ergens mee komt) hebben de kinderen meer grip gekregen op het begrip "respect". Deze kennis kan gebruikt worden om tegen het eind van het project de "tien gouden regels voor respect" op te stellen. De leerkracht kan bij het opstellen hiervan stimuleren met vragen die teruggrijpen op wat aan bod is geweest, zoals:

Afhankelijk van wat er uit de leerlingen naar voren komt kan er ook voor gekozen worden om in plaats van deze tien regels de hierboven staande vragen per vraag apart op een blad te noteren met de antwoorden hierop erbij. Ook dit kan voor de presentatie/tentoonstelling gebruikt worden en/of als voorstel voor de minister. Vooral in de laatste week, als de kinderen al veel over het thema "respect" gewerkt en geleerd hebben, is het leuk om de kinderen aan te sporen (als ze er zelf al niet mee komen!) om verhalen, gedichten of liedjes hierover te schrijven. Of zelf spreuken/citaten rondom dit thema, of een specifiek onderwerp binnen dit thema, te bedenken. Dit kan ook een opdracht zijn voor een/meerdere kinderen aan het eind van een les: bedenk spreuken/citaten aan de hand van wat je nu over het besproken onderwerp weet. In plaats hiervan kan ook gekozen worden de les af te sluiten met een "gedachte voor de dag". Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk.

Als slotopdracht mogen de kinderen aan de slag om een logo te ontwerpen waarin het thema "mensen en respect" zo duidelijk mogelijk naar voren komt.

Ook schrijft ieder kind aan de hand van wat ze tijdens het project te weten zijn gekomen een "advies/voorstel voor de minister": waar moet hij aan denken als hij met de werkterm "Mensen" aan de slag gaat? Welke tips hebben de kinderen voor hem? Het is ook leuk om een filmpje voor hem te maken, als dat mogelijk is. Indien de activiteiten van de kinderen in de loop van het project op film zijn vastgelegd kan dit het slotfilmpje zijn.

De presentatie

In de loop van het project hebben de kinderen van alles geproduceerd:

En wat allemaal nog meer uit de kinderen zelf gekomen is, bijvoorbeeld verhalen, gedichten, liedjes, spreuken en/of citaten.

Dit wordt als een wandfries (de geschiedenis van de eigen activiteiten) in chronologische volgorde in het lokaal opgesteld of opgehangen. Het geeft de kinderen, en ook de anderen die later komen kijken, op deze manier een overzicht van de voortgang.

Verder kunnen in de klas, voor de eindpresentatie voor de school, ook kraampjes neergezet worden die ieder voor zich een land vertegenwoordigen. Dit is vooral leuk als er kinderen uit een ander land in de groep zitten. De kinderen uit dat land kunnen het kraampje zelf aankleden, bijvoorbeeld met papier in de kleur van het land, de vlag (zelfgemaakt), dingen die typisch zijn voor dat land, een boek over het land, enz.

Ze nemen voor de eindpresentatie gerechten mee die typisch zijn voor dat land die bezoekers dan kunnen proeven. Indien dit organisatorisch mogelijk is staan er in elk geval twee kinderen uit dit land in deze kraam om vragen over het gerecht, of over hun land te beantwoorden.

Een andere mogelijkheid, bijvoorbeeld als er geen/weinig kinderen uit een ander land in de groep zitten, is om de kraampjes in te richten aan de hand van (een aantal) onderwerpen van het wandfries. Bijvoorbeeld een kraampje "complimenten geven" waar 2 kinderen zitten waar je "gratis" een compliment van krijgt als je langskomt, een kraampje "wereldgodsdiensten", jong/oud, enz.

Wat ook kan is de kraampjes te gebruiken om per kraampje een godsdienst tentoon te stellen. Het materiaal hiervoor wordt verzameld door de kinderen die dit kraampje willen representeren. In dit geval kunnen de computers in het lokaal ook gebruikt worden voor bezoekers die hun kennis op dit gebied graag willen testen.

De verhalen, gedichten, spreuken en/of citaten die geschreven zijn kunnen natuurlijk ook tentoongesteld worden. Ze kunnen aan het wandfries toegevoegd worden of in een kraampje opgehangen en/of neergelegd. Het mooiste zou echter natuurlijk zijn als ze in een presentatie voorgedragen konden worden. Als het er veel zijn kan een selectie gemaakt worden. Mochten er ook liedjes zijn gemaakt, dan spreekt voor zich dat deze hier ook een plekje in krijgen.

De kinderen die dit leuk vinden kunnen een toneelstukje met "respect voor elkaar" als thema inoefenen en tijdens de presentatie aan de school en/of ouders laten zien.

Als er gefilmd is tijdens het project kan dit ook getoond worden. Het advies aan de minister kan getoond of voorgedragen worden tijdens de presentatie.

Aanvullende suggesties: